De Nationale Bank en de FSMA (Financiële Stabiliteitsraad) geven beiden aan geen bezwaren te hebben tegen de afschaffing van de getrouwheidspremie op spaarrekeningen.
Zowel de Nationale Bank als de FSMA benadrukken echter het belang van een voldoende lange overgangsperiode en het behoud van de stabiliteit van de banken.
De getrouwheidspremie, een extra vergoeding bovenop de basisrente voor spaarders die hun geld een jaar lang ononderbroken op de rekening laten staan, staat ter discussie. Voorstanders van afschaffing, waaronder de Nationale Bank, stellen dat dit het voor consumenten makkelijker maakt om tarieven te vergelijken en de concurrentie te bevorderen.
Gouverneur Pierre Wunsch van de Nationale Bank erkent het potentieel van afschaffing maar benadrukt dat de getrouwheidspremie bijdraagt aan de stabiliteit van spaartegoeden, wat banken in staat stelt om leningen soepeler toe te kennen.
De FSMA sluit zich aan bij dit standpunt en benadrukt dat de reglementaire omstandigheden die aanleiding gaven tot het instellen van de getrouwheidspremie niet meer relevant zijn in de huidige marktcontext. Dit betekent echter niet dat de spaarder uiteindelijk minder rente mag ontvangen, en een voldoende overgangsperiode is nodig om banken de tijd te geven zich aan te passen aan eventuele veranderingen.
Kortom, terwijl zowel de Nationale Bank als de FSMA niet tegen de afschaffing van de getrouwheidspremie zijn, benadrukken ze het belang van een zorgvuldige overgang en het behoud van de financiële stabiliteit.