Black Friday is vandaag niet meer weg te denken uit onze winkelstraten en webshops. Maar waar komt die opvallende naam eigenlijk vandaan? Waarom heet het geen ‘Discount Friday’ of ‘Sales Weekend’, maar net ‘Black Friday’? Het antwoord ligt in een verrassende combinatie van economische, historische en zelfs verkeerskundige factoren.
De oorsprong in de Verenigde Staten
De term Black Friday dook voor het eerst op in de jaren 1950 in Philadelphia, Verenigde Staten. Politieagenten gebruikten de term om het chaotische verkeer en de drukte aan te duiden op de vrijdag na Thanksgiving. Veel mensen namen die dag vrij om hun kerstinkopen te doen, waardoor de stad overrompeld werd door shoppers, toeristen én zakkenrollers. Voor de politie was het een “zwarte dag” omdat ze extra uren moesten werken en orde houden in de overvolle straten.
Van negatieve naar positieve betekenis
Pas in de jaren ’80 kreeg de term een positieve draai. Winkeliers in de VS begonnen Black Friday te gebruiken als marketingterm. Ze verwezen daarmee naar het moment waarop hun boekhouding van ‘rood naar zwart’ ging. In boekhoudkundige termen betekent ‘rood’ verlies en ‘zwart’ winst. Dankzij de gigantische verkoopcijfers op die vrijdag zouden winkels eindelijk weer winst maken.
Zo werd Black Friday het officiële startschot van het eindejaarsseizoen, met spectaculaire kortingen die klanten in groten getale naar de winkel trokken.
Geen link met zwarte dagen in de geschiedenis
Soms wordt gedacht dat Black Friday verwijst naar een beurscrash of economische ramp. Er was bijvoorbeeld een beruchte beurscrash op 24 september 1869, die later ook ‘Black Friday’ genoemd werd. Maar die gebeurtenis staat los van de koopjesdag zoals we die vandaag kennen. De moderne Black Friday is puur gelinkt aan de winkelwereld en de start van het kerstshoppingseizoen.
Hoe Black Friday naar België kwam
In België werd Black Friday pas echt bekend vanaf 2014–2015, toen grote internationale ketens zoals Amazon, Zalando en Bol.com het fenomeen naar onze contreien brachten. Belgische winkels volgden snel, zowel online als fysiek. De naam werd gewoon overgenomen uit het Engels – al blijft de letterlijke betekenis voor veel Belgen een vraagteken.
Tegenwoordig loopt Black Friday vaak uit tot een hele week of zelfs maand vol deals, en is het ook bij ons een commercieel hoogtepunt.
Waarom heet het dan niet “White Friday” of iets vrolijkers?
Goede vraag! In marketing klinkt het woord “Black” krachtig, opvallend en serieus. Denk aan termen als Black Monday, Black Box, of zelfs Black Label. Het geeft gewicht aan een dag – en dat past perfect bij het idee van dé grootste koopjesdag van het jaar. Bovendien is de naam door z’n geschiedenis blijven hangen, en heeft niemand die ooit willen veranderen.
Samengevat:
Term | Betekenis |
---|---|
Black Friday (1950’s) | Oorspronkelijk een term van de politie in Philadelphia voor de verkeerschaos na Thanksgiving. |
Black Friday (1980’s) | Winkeliers gebruiken het als verwijzing naar het moment waarop ze winst maken (“in het zwart” staan). |
Black Friday vandaag | Een wereldwijd shoppingevent met grote kortingen, nu ook in België stevig ingeburgerd. |
Wist je dit al?
- Cyber Monday, de maandag na Black Friday, werd gelanceerd in 2005 als online tegenhanger.
- In Frankrijk gebruikt men soms ook de term “Vendredi Fou” (letterlijk: Gekke Vrijdag).
- In China hebben ze hun eigen mega-kortingsdag: Singles Day op 11 november, vaak nog groter dan Black Friday.
Wil je profiteren van de beste Black Friday deals? Check dan op deze overzichtspagina de deelnemende winkels met aanbiedingen van topmerken, telkens geverifieerd én geselecteerd voor Belgische shoppers.